Tuinverlichting plan maken in zes eenvoudige stappen

  • Geplaatst op
  • 0
Tuinverlichting plan maken in zes eenvoudige stappen

Het tekenen van een lichtplan voor de tuin is eenvoudig, maar er zijn een aantal zaken waar je rekening mee moet houden. In deze blog leggen wij op een eenvoudige manier welke factoren dit zijn. Onder ieder deel vind je een complementaire video, waarin de blog staat uitgewerkt.

Laten we beginnen met een eerste vraag, tuinverlichting 12v of 220?

Het is mogelijk om een verlichtingssysteem te creëren dat werkt met de 220V spanning die ideaal is voor de veiligheid. Hier volgen enkele suggesties en ideeën.
U hebt een klein plan of schema nodig als u verder wilt gaan om de tuinverlichtingsplan klik hier

Welke tuinverlichting is het best 
 

Het antwoord op deze vraag hangt volledig af van de situatie bij jou buiten. Welk gedeelte in jouw tuin wens je te verlichten en met wel doel? Gebruik grondspots om bomen, struiken en hagen te verlichten, gebruik prikspots wanneer je de verlichting wel eens wenst te verplaatsen of om het tuinpad of de vijver te belichten en gebruik solar verlichting wanneer je geen stroompunt in de buurt hebt. Meer over de verschillende soorten tuinverlichting lichten we aan het eind van deze blog toe. 

Een lichtplan voor je tuin maken

Het goed verlichten van je tuin begint met een plan. Een lichtplan voor je tuin. Door middel van een lichtplan geef je antwoord op de volgende vragen:

Al deze stappen werk je uit in een schematische tekening van je tuin. Wij gebruiken voor deze blog, de onderstaande tekening van onze verzonnen tuin..

Drie soorten verlichting

In een tuin lichtplan onderscheiden we drie soorten verlichting: basisverlichting, accentverlichting en functionele verlichting. Het type verlichting heeft uiteindelijk een enorme impact op waar we de tuinverlichting in ons plan tekenen. De betekenis van de verlichtingstypes is als volgt:

De basistekening van je tuin voor je lichtplan

Voordat we kunnen beginnen met het indelen van de tuinverlichting, moeten we natuurlijk eerst de tuin schematisch op papier zetten. Hierbij teken je op schaal eerst de vormen van je tuin. Vervolgens plaats je de paden, meubels en planten in de tekening. Probeer dit zo gedetailleerd mogelijk te doen. De objecten, paden en planten in je tuin bepalen uiteindelijk voor een groot deel waar je de verlichting in de tuin tekent. Vergeet ook niet je stroompunten te tekenen, deze bepalen uiteindelijk waar vandaan je de tuinverlichting kabels gaat trekken. Probeer de tekening zoveel mogelijk op schaal te tekenen. Dit is belangrijk voor de fase waarin we het bereik van de tuinverlichting uit gaan tekenen.

Stap 1: Lichtplan voor je tuin de basisverlichting

De eerste stap is het tekenen van de basisverlichting. Deze verlichting gebruik je vooral om een basislaag verlichting aan te brengen. Je wilt dus vast beginnen met wat licht, zodat je later met accentverlichting details aan kunt brengen. Omdat deze verlichting niet teveel moet opvallen adviseren wij om te kiezen voor niet te felle verlichting. Kies voor lampen met 500-700 lumen in de lichtkleur 4000K neutraal wit. Een lichtkleur met een hogere kelvinwaarde zorgt er vaak voor dat de tuinverlichting feller lijkt te schijnen. Logische plaatsen waar je basisverlichting in je tuin tekent zijn:

  • aan de schutting
  • aan de gevel
  • in de grond
  • langs een tuinpad

Eigenlijk is er geen plaats in de tuin waar basisverlichting niet tot zijn recht komt. Gebruik ze vooral op plekken waar je vaak komt of langs moet lopen. Denk hierbij aan paden, de schuur of bij een zithoek. In de eerste aflevering van onze 6 delige serie over het maken van een lichtplan voor je tuin, laat Gijs zien waar hij zijn basisverlichting tekent op het lichtplan.

Stap 2: De accentverlichting tekenen in je tuin lichtplan

Nu we de basisverlichting in ons lichtplan hebben getekend is het tijd om de accentverlichting te tekenen. Accentverlichting gebruik je om bepaalde elementen in je tuin uit te lichten. Denk hierbij aan een mooie struik, plant of een beeld. Daarom kies je vaak voor richtbare verlichting als accentverlichting. Denk hierbij aan een wandspot die je kunt richten, een prikspot of een grondspot. Let er wel op dat je voor accentverlichting, lampen uitkiest die een kleine stralingshoek hebben van bijvoorbeeld 45 graden. Dit zorgt ervoor dat de lichtstralen uit de lamp gebundeld zijn, waardoor ze zeer goed bepaalde elementen kunnen uitlichten.

Doordat de accentverlichting een bepaalde functionaliteit heeft, namelijk het uitlichten van elementen, is het belangrijk dat je de tuinverlichting in deze fase zeer nauwkeurig in je lichtplan tekent.

Bekijk welke elementen je uit wilt lichten en plaats hier de verschillende accent tuinverlichting bij. Wil je gebruik maken van verschillende soorten lampen (bijv. wandlampen en prikspots gecombineerd), gebruik dan een logisch teken voor de verschillende lampen in je tuinplan. Wij maken hiervoor gebruik van de volgende tekens:

Zo kun je naderhand gemakkelijk zien wat voor soort lampen je waar wilt plaatsen. Accentverlichting gebruik je om je tuin sfeervol te maken. Kies daarom dus ook voor een sfeervolle lichtkleur. Met een 3000K lichtkleur ziet je tuin er al snel sprookjesachtig uit. Gebruik een oranje kleur in je tuin lichtplan om de accentverlichting uit te tekenen.

Hoewel je voor de meeste accentverlichting het best een lichtkleur tussen de 2700K en 3000K kunt kiezen, is het niet strafbaar om een beetje met de lichtkleur af te wisselen. Zeker niet wanneer je een bepaalde boom of struik extra wilt uitlichten. Heb je bijvoorbeeld een prachtige nieuwe olijfboom in je tuin gezet en wil je deze extra tot zijn recht laten komen? Dan licht je de boom uit met een lichtkleur van 4000K. Door de hogere kelvinwaarde lijkt het licht uit de accentverlichting net iets feller, waardoor dit object extra opvalt.

Bekijk ook de video over het tekenen van de accentverlichting in je lichtplan voor de tuin: 

Stap 3: De achtergrondverlichting in je lichtplan

Bijna alle tuinverlichting is in ons lichtplan getekend. We missen echter nog één type verlichting. De achtergrondverlichting. De achtergrondverlichting gebruik je als het ware om de rest van de verlichting aan elkaar te lijmen. Achtergrondverlichting zorgt ervoor dat je tuin als één geheel verlicht wordt. Daarnaast gebruik je deze verlichting om bepaalde hoekjes gezellig uit te lichten. Denk hierbij aan een zithoek in de tuin. Doordat je de verlichting op de achtergrond plaatst, is de verlichting ideaal voor het creëren van schaduwen in je tuin. Voor het tekenen van de achtergrondverlichting in ons lichtplan gebruiken we een lichtgroene kleur. Hierbij gebruiken we dezelfde index als bij de accentverlichting, namelijk:

  • U: Wandlampen
  • O: Grondspots
  • X: Prikspots

Bij achtergrondverlichting is het belangrijk dat deze verlichting niet teveel opvalt. Je wilt dus niet een te felle lamp. Een andere optie is om de tuinverlichting iets te dimmen. Hierdoor valt de verlichting automatisch iets naar de achtergrond. Ook kun je ervoor kiezen om de tuinlampen indirect op een wand of schutting te laten schijnen. Let erop dat je in je lichtplan kiest voor achtergrondverlichting met een lichtkleur tussen de 2700 graden kelvin en 3000 graden kelvin.

Teken de achtergrondverlichting bijvoorbeeld bij je schutting om deze indirect te verlichting, bij je gevel of tussen de struiken. Wil je door middel van verlichting diepte in je tuin creëren? Kies er dan voor om de lampen in de hoeken van je tuin te plaatsen. Denk ook eens aan LED strips of string lights, wanneer je op zoek bent naar achtergrondverlichting. Dit type verlichting is ook nog eens heel simpel aan te sluiten.

Liever het uittekenen van achtergrondverlichting in je lichtplan uitlegt krijgen door Gijs? Bekijk dan deel 3 van de video over het maken van een lichtplan voor je tuin. 

Stap 4: Tuinkabels uittekenen in je tuinverlichting plan

Nu de verlichting is uitgetekend, gaan we bepalen hoe we stroom naar de tuinlampen krijgen. Ook de bekabeling teken je uit in het lichtplan. Het is tenslotte een cruciaal onderdeel. Zonder stroom gaan je lampen niet aan.

Ten eerste is het belangrijk om de stroompunten in je lichtplan te tekenen. Mocht je dit nog niet gedaan hebben, doe dit dan als eerste even. Het mooiste resultaat krijg je wanneer je de bekabeling netjes wegwerkt. Dit kun je bijvoorbeeld onder de grond doen of achter een struik. Voor het tekenen van de kabels in je lichtplan, kun je het beste gebruik maken van een stippellijn. Dit zorgt ervoor dat de lijnen van de bekabeling niet één worden met je schematische tekening.

Wanneer je de bekabeling gaat uittekenen, hou je rekening met een aantal zaken:

  • Zo min mogelijk verbindingen
  • Zo min mogelijk kabel
  • Zo min mogelijk tegels uit de grond halen

Zo min mogelijk verbindingen

Elke verbinding die je maakt is natuurlijk een extra kans op waterschade. Daarom wil je zo min mogelijk verbindingen maken. Met verbindingen bedoelen we het verlengen of opsplitsen van een kabel door middel van een kabelverbinder. Hoewel je bij INTOLED zeer goede waterdichte kabelverbinders kunt kopen en de verbinding echt wel waterdicht is, maakt het toepassen van heel veel kabelverbinders de kans op fouten groter. Probeer daarom zo min mogelijk verbindingen toe te passen.

Zo min mogelijk kabel

Probeer zo min mogelijk kabel te gebruiken. Kabels zijn een noodzakelijk kwaad. Echter moet je al deze kabels ook weer wegwerken. Probeer daarom zoveel mogelijk directe verbindingen te gebruiken en dus zo min mogelijk kabel.

Zo min mogelijk tegels uit de grond/graafwerk

Probeer je kabels zo uit te tekenen dat deze snel en eenvoudig aan te leggen zijn, zonder al teveel tegels uit de grond te halen of te graven. Hierdoor hou je de installatie uiteindelijk simpel. Leg de kabels bijvoorbeeld zo veel mogelijk langs de schutting en niet kriskras door de tuin. Dit zorgt er ook voor dat je bij toekomstig graafwerk minder kans hebt om een kabel te raken.

Kabels opsplitsen

Wanneer je een buitenkabel een keer moet opsplitsen maak je gebruik van een IP68 T-Vorm kabelverbinder. In deze kabelverbinder zit een kroonsteentje, waarmee je één kabel kunt splitsen tot twee kabels. Handig wanneer je bijvoorbeeld naar boven moet voor een wandlamp en tegelijk verder moet naar een lamp die in de grond zit.

Zien hoe Gijs zijn kabels in het tuin lichtplan tekent? Bekijk dan onderstaande video: 

Stap 5: Het bereik van je tuinverlichting

Ook het bereik van je tuinverlichting teken je in je lichtplan. Het bereik van je verlichting staat voor hoe ver de tuinlampen schijnen. In andere woorden bepaal je in deze stap hoeveel lumen iedere lamp nodig heeft. In de wereld van LED verlichting staat het aantal lumen gelijk aan de lichtsterkte van de lamp. Deze waarde is vergelijkbaar aan de wattage van tuinverlichting bij traditionele verlichting.

Het bereik van je verlichting teken je in je tuinverlichting plan door middel van een cirkel. Hiervoor gebruik je de volgende rekenmethode:

300-400 lumen staat gelijk aan 1 vierkante meter.

Het bereik van de verlichting, of ook wel het aantal lumen, verschilt per type verlichting. Net zoals bij het tekenen van de verlichting in je lichtplan, delen we ook het tekenen van het bereik op per type tuinverlichting. We beginnen hier weer bij de basisverlichting.

Het bereik van basisverlichting tekenen in je lichtplan

Basisverlichting is verlichting die behoorlijk wat licht mag geven. Als het om het schilderen van je kozijnen zou gaan, is dit de grondlaag waar je hierna als een kunstenaar verschillende accenten op aan kunt brengen. Precies om deze reden adviseren wij voor basisverlichting 500-700 lumen. Deze combineren we uiteraard met een lichtkleur van 4000K, waardoor de basisverlichting goed zichtbaar wordt. Daarnaast schijnt de basisverlichting op deze manier een witte kleur, waardoor de accentverlichting in 3000K warm wit goed zichtbaar is.

Teken rondom alle basisverlichting een cirkel van 1,5m2 meter. Hierdoor zie je direct of er veel lichtstralen overlappen of dat je net iets meer tuinverlichting nodig hebt. Het idee is dat de basisverlichting goed op elkaar aansluit. Hierdoor bedekt de verlichting de tuin als een soort deken.

Dan de accentverlichting

Accentverlichting gebruik je om bepaalde objecten uit te lichten en extra sfeer toe te voegen in je tuin. Je creëert met deze verlichting prachtige schaduwen en lichteffecten in je tuin. Logischerwijs wil je dat deze verlichting wel goed zichtbaar is, maar niet overheerst. Door de accentverlichting in een 3000K warm witte toe te passen creëer je dit verschil al vrij snel. Daarnaast gebruik je voor de accentverlichting een kleinere stralingshoek, zodat de accentverlichting goed tot zijn recht komt. Door de kleinere stralingshoek en andere lichtkleur kies je voor accentverlichting voor een lumen van 300-500. Je tekent dus een cirkel om de accentverlichting van ongeveer 1m2 in je lichtplan.

Zorg ervoor dat je cirkels elkaar niet teveel overlappen. Je wilt namelijk dat de accentverlichting bepaalde objecten specifiek verlicht. Het effect is het mooist wanneer de verlichting verspreid door je tuin wordt aangelegd. We tekenen ook de accentverlichting weer met een oranje kleur in ons lichtplan.

Het bereik van achtergrondverlichting in je tuinverlichtingsplan

Achtergrondverlichting gebruik je om diepte en schaduwen te creëren in je tuin. Plaats bijvoorbeeld een aantal lampen in de hoeken van je tuin om deze groter te laten lijken. Een andere optie is om een aantal tuinspots tegen je schutting of gevel te laten schijnen, zodat deze mooi oplicht. Voor het tekenen van het bereik van de achtergrondverlichting maken we gebruik van een groene kleur. Gebruik voor achtergrondverlichting een zo laag mogelijke lumen. We willen tenslotte dat de achtergrondverlichting een beetje op de achtergrond schijnt. Kies voor verlichting met 200-300 lumen. Je tekent de cirkel dus net iets kleiner dan 1m2.

In deel 5 van onze YouTube serie over het maken van een lichtplan voor je tuin laat Gijs je exact zien hoe je het bereik van de verlichting tekent:

Lichtplan voor je tuin stap 6: Het tekenen van de bediening

Het bedienen van je tuinverlichting is natuurlijk cruciaal. Je wilt dat de verlichting vanuit een gemakkelijke plek te bedienen is. Ook de bediening teken je in je tuin lichtplan. Er zijn diverse opties beschikbaar. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor automatische verlichting. Hierbij gaat de verlichting aan bij beweging of wanneer het begint te schemeren. Ook kun je ervoor kiezen om alle verlichting te bedienen door middel van een afstandsbediening. Hierdoor kun je de tuinverlichting aanzetten vanuit je luie stoel. Of heb je liever een meer traditionele oplossing, waarbij je de lichtschakelaars in de tuin plaatst.

Het is belangrijk dat je deze keuze uittekent in je lichtplan. Deze stap zorgt ervoor dat het lichtplan niet alleen een boodschappenlijstje wordt voor je tuinverlichting, maar een echte blauwdruk. We benoemen eerst een aantal opties voor het bedienen van je tuinverlichting:

  • Bewegingssensor: wil je dat de tuinverlichting alleen aangaat wanneer er bewegingen worden gedetecteerd? Dan kies je voor een bewegingssensor of bewegingsmelder. Let bij de aanschaf van een bewegingssensor goed op de detectieafstand van de sensor. Deze verschillen per sensor. Sommige bewegingssensoren hebben een detectieafstand van bijvoorbeeld 3-8 meter. Plaats je deze in een gang van twee meter breed, dan werkt de bewegingsmelder niet.
  • Schemerschakelaar: Wil je dat je verlichting automatisch aangaat wanneer het begint te schemeren? Dan kies je voor een schemerschakelaar. Bij de meeste schemerschakelaars kun je de gevoeligheid van de sensor instellen. Zo kun je ervoor kiezen of de lampen aanspringen wanneer de zon net onder gaat of wanneer het al echt goed donker is buiten.
  • Draadloze dimmer met afstandsbediening: Wil je de verlichting vanuit je luie stoel en zelfs vanuit binnen aan kunnen zetten? Dan kies je voor een draadloze dimmer met afstandsbediening. Het zorgt er ook nog eens voor dat je alle tuinverlichting gemakkelijk kunt dimmen, waardoor je deze helemaal naar wens kunt instellen.
  • Lichtschakelaar: De meest traditionele optie is natuurlijk een lichtschakelaar. Plaats je de lichtschakelaar buiten? Let dan wel even op de IP-waarde. De schakelaar zal namelijk veel in contact komen met vocht en moet dus een IP-waarde hebben van IP44 of hoger.

Bij het tekenen van de lichtschakelaars in je lichtplan voor de tuin houden we rekening met zones. In andere woorden welke verlichting wil je kunnen bedienen per schakelaar. Heb je bijvoorbeeld een terras in de hoek van de tuin en wil je deze verlichting apart aan kunnen zetten? Dan teken je een lichtschakelaar bij deze hoek in de tuin.

In de laatste video uit onze 6-delige serie over het tekenen van een lichtplan voor je tuin, laat Gijs zien welke mogelijkheden er nog meer zijn: 

Succes met het tekenen van jouw tuinverlichtingsplan!

We wensen je heel veel succes bij het aanleggen van jouw tuinverlichting. Door middel van een goed lichtplan voor je tuin kan dit niet meer mis gaan. Heb je nog vragen? Laat die dan zeker even achter in de comments onder deze blog of op YouTube. We beantwoorden ze graag!

Reacties

Wees de eerste om te reageren...

Laat een reactie achter
* Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.